HET ROER MOET OM IN DE ZWEMBRANCHE VOOR DE TOEKOMST VAN ZWEMVEILIGHEID

0 Comments

De zwembranche is verscheurd in twee delen. Aan de ene kant de gesubsidieerde gemeente baden met haar commerciële pachters. Partijen zoals Optisport, Laco en Sportfondsen. Deze partijen teren naast inkomsten uit verkoop en het aanbieden van diensten op de gemeentelijke subsidies. Zij hebben aan de Corona periode weinig financiële klappen ondervonden. Naast de jaarlijkse subsidie die deze partijen ontvangen van gemeenten voor het draaien van hun zwembad en het daarmee wegnemen van de verplichtingen voor de gemeente, ontvingen zij ook geld uit de SPUK IJZ (Specifieke Uitkering IJsbanen en Zwembaden) regeling voor verliezen geleden door de Corona Crisis. Zwemles geven wordt hier in mijn ogen meer gezien als businessmodel. Grote groepen met weinig specifieke aandacht en in verhouding voldoende verdienen.

Aan de andere kant heb je de commerciële kant. Een doorn in het oog voor de eerste categorie aangezien het ingaat om het vak zelf. Zwemschoolhouders en hun docenten hanteren verschillende methodieken die hun het beste aansluit bij hun visie, de omstandigheden en de leerlingen. Hierin zit veel verschil in prijs. Dit komt met name door de hoge huurkosten voor de partijen en door in verhouding meer personele bezetting. Veel van deze partijen hebben ternauwernood de crisis weten te overleven door creatief met de situatie om te gaan. De verschillen waren hier groot aangezien een zwemschoolhouder onder MKB wordt geplaatst en zij, maar beperkt gebruik konden maken van steun. Huur van de baden werden voor de zwemschoolhouders geheel of grotendeels doorberekend en de personeelskosten maar deels gedekt. Uitzonderingen daar gelaten. Daarnaast zijn er ook de commerciële verhuurders die de huur doorberekend hebben. Ik kan denk ik namens velen zeggen dat het spaargeld, pensioengeld bij velen er “aardig” doorheen gegaan is.

Deze twee categorieën staan lijnrecht tegenover elkaar. Acties van de grote (“samenwerkende”) bonden drijft de groepen nóg verder uit elkaar. Jaar en dag is bekend dat de spreekpersonen uit de branche vanuit de Bonden komen zoals een KNZB (Koninklijke Nederlandse Zwembond) en een NRZ (Nationale Raad Zwemveiligheid). Tijdens de Coronacrisis is, maar eens duidelijk geworden dat de belangen extreem uit elkaar liggen. De bonden hadden grotendeels te maken met Gemeentelijk Vastgoed dat onder aanvoer van de VSG (Vereniging Sport en Gemeente) aanspraak had op de SPUK IJZ-regeling. Geen haast en geen drukte. “Zwembaden open voor alleen zwemles, ben je nu besodemieterd”.? Dan moet het bad opgewarmd worden voor alleen zwemlessen, en verhuur aan partijen die zwemles geven. Is er minder aanspraak op de regelingen en draai ik verlies” de grote bonden/verhuurders. Dát is waar ik (en de commerciële zwemscholen met een omweg ruim een jaar tegenaan gelopen ben. Diezelfde Bonden proberen nu nog steeds spreekpersoon te zijn. Helaas is er duidelijk geworden dat de kennis en kunde bij deze personen te wensen over laat en zij mensen informeren op een ouderwetse manier. Daarom hier wat duidelijkere antwoorden.

Al met al komt het erop neer dat het gevoel van u als ouder hier de boventoon voert. Natuurlijk speelt mee waar uw vrienden en vriendinnen zwemmen en waar de goede verhalen over vandaan komen. Maar communicatie is een belangrijke factor als het gaat over de keuze. Terugkomend op de bonden die hun eigen dan al niet gesubsidieerde kanalen hebben om hun visie over zwemles duidelijk te maken. Dit is dus niet de enige waarheid over zwemles. Aan onder andere partijen als de Nederlandse Stichting Water- & Zwemveiligheid en anderen om hier verandering in te brengen: ouders transparante informatie geven over de verschillende methodieken en diploma’s die Nederland rijk is.

Dit is de reden dat het artikel gepubliceerd op Linda.nl herschreven is.