NSWZ 12-Puntenplan voor een Zwemveilig Nederland



NSWZ 12-Puntenplan voor een Zwemveilig Nederland

Publicatiedatum: 25 juli 2025

De Nederlandse Stichting Water- & Zwemveiligheid (NSWZ) stelt zich ten doel om de zwemveiligheid in Nederland te versterken en te bewaken, met oog voor álle aanbieders van zwemles en met het kind centraal in beleid, praktijk en toezicht. De stichting werkt aan kwaliteitsverbetering, transparantie, en eerlijke behandeling van de commerciële, semi-commerciële en gemeentelijke zwemaanbieders. Zwemveiligheid mag nooit afhangen van postcode of portemonnee – ieder kind heeft recht op kwalitatieve zwemles en op echte veiligheid in en rondom water.

De aanleiding voor dit 12-puntenplan is de bekendmaking van de nieuwe verdrinkingscijfers van het CBS. Eerder dit jaar verschenen via andere instanties en media al voorlopige cijfers met bijbehorende aannames over de oorzaken. Hierbij werd al snel gewezen naar bijvoorbeeld ouderen die het zwemmen ‘verleerd’ zouden zijn, zonder onderliggende analyse van zwemachtergrond of lesverleden. Zulke aannames zetten de discussie op het verkeerde been en leiden af van structurele oplossingen.

De NSWZ benadrukt: zó laat met cijfers komen, is niet preventief beleid voeren – het is verdrinkingen tellen. En dat moet anders. We moeten vooruitkijken, preventie centraal stellen, en samenwerken vanuit kennis en realisme. Daarbij is het essentieel dat we teruggaan naar de kern: elementair zwemonderwijs als basis voor iedere vorm van zwemveiligheid. Kinderen moeten leren overleven in het water, niet enkel diplomazwemmen als doel op zich. Alleen dan voorkomen we dat de jaarlijkse cijfers een herhaling van fouten uit het verleden blijven.

Daarom presenteert de NSWZ dit 12-puntenplan: een oproep tot eerlijk beleid, daadkrachtige maatregelen en de erkenning dat zwemveiligheid begint bij toegang, kwaliteit en samenwerking.

“Verdrinkingscijfers mogen geen jaarlijks persmoment zijn, maar de motor voor preventief zwembeleid.” – Shiva de Winter, voorzitter NSWZ

1. Publiceer verdrinkingscijfers vóór maart – niet na de zomer

Elk jaar publiceert het CBS pas in juli de cijfers over verdrinking. Daarmee is het te laat om preventieve maatregelen te nemen voor het lopende zwemseizoen. Door de cijfers uiterlijk in maart beschikbaar te maken, kunnen overheden, zwemaanbieders en maatschappelijke organisaties samen maatregelen treffen om ongelukken te voorkomen.

“Met de cijfers in juli voorkom je geen verdrinking, je telt ze.”

2. Geef zwemveiligheid een vaste plek in beleid

Zwemveiligheid is geen luxe, maar een basisvoorwaarde voor een veilig opgroeiende jeugd. Toch is het nog geen structureel onderdeel van overheidsbeleid. Het moet verankerd worden in sport-, onderwijs- en gezondheidsbeleid, met een vaste plek binnen het ministerie van VWS en structurele financiering.

“Zwemveiligheid moet geen bijzaak zijn, maar beleid van levensbelang.”

3. Garandeer zwemles voor elk kind via wettelijk zwemlesverlof

Veel ouders lopen vast door volle schoolroosters, werkverplichtingen en gebrek aan flexibiliteit. Door zwemlesverlof wettelijk te borgen krijgen kinderen onder schooltijd de ruimte om te leren zwemmen, zonder dat dit ten koste gaat van andere verplichtingen of kansen.

“Zwemmen moet geen tijdskwestie zijn, maar een recht.”

4. Richt een Nationaal Zwemlesfonds op

Te veel kinderen blijven aan de kant omdat ouders de kosten voor zwemles niet kunnen dragen. Een Nationaal Zwemlesfonds dat losstaat van gemeentelijk beleid biedt direct hulp aan gezinnen en erkende aanbieders, en voorkomt uitsluiting van kinderen.

“Een kind mag nooit verdrinken door een lege portemonnee.”

5. Stop de uitsluiting van commerciële zwemaanbieders

Commerciële zwemscholen zijn verantwoordelijk voor een groot deel van het zwemlesaanbod in Nederland. Toch worden zij vaak uitgesloten van lokale subsidieprogramma’s of beleidsbesluiten. Dit is inefficiënt én oneerlijk – iedere aanbieder die kwaliteit levert, moet kunnen meedoen.

“Veilig leren zwemmen is geen monopoliespel.”

6. Beperk kostenstijging voor particuliere zwemscholen

Waar gesubsidieerde partijen kunnen terugvallen op overheidsondersteuning, draaien commerciële scholen op eigen kracht. Met stijgende energie, loonkosten en huurprijzen dreigt het aanbod te verdwijnen, juist daar waar de vraag het hoogst is.

“Wie het zwemmen betaalbaar wil houden, moet de lasten eerlijk verdelen.”

7. Plaats vakmensen op beslissingsposities

Beleidsbeslissingen over zwemveiligheid worden nu te vaak genomen door managers zonder enige praktijkervaring. Hierdoor worden maatregelen genomen die de werkvloer raken, maar daar niet aansluiten. Betrek mensen met inhoudelijke kennis en stel een brede, bindende adviescommissie samen.

“Zonder zwemdiploma, geen zwembeleid.”

8. Zorg voor professioneel toezicht – geen vrijwilligersstructuur

Langs veel recreatieplassen en binnenwateren ontbreekt goed toezicht. Vrijwilligerswerk is waardevol, maar niet geschikt voor kritieke veiligheidstaken. Gemeenten moeten structureel budget krijgen en verplicht worden om professioneel toezicht te organiseren.

“Toezicht redt levens – geen vrijwilligersklus, maar vakwerk.”

9. Pak regionale ongelijkheid aan

De ene gemeente heeft drie zwembaden, de andere geen enkele. De ene biedt subsidie, de ander niets. Kinderen worden slachtoffer van postcodebeleid. Landelijke normen voor zwemvaardigheid en toegang tot zwemles zijn noodzakelijk.

“Zwemveiligheid mag niet afhangen van je woonplaats.”

10. Herdefinieer wat zwemleskwaliteit betekent

Kwaliteit zit niet in het merk diploma, maar in de les zelf. Kijk naar wat kinderen leren, hoe ze groeien, en hoe ze begeleid worden. Focus op leerresultaten, didactiek en betrokkenheid van instructeurs in plaats van alleen op labels.

“Het water vraagt niet naar een keurmerk, alleen of je blijft drijven.”

11. Investeer in het vak van zwemonderwijzer

Er dreigt een tekort aan vakbekwame instructeurs. Opleidingen sluiten niet altijd aan op de praktijk en waardering blijft achter. Investeer in een opleidingsprogramma met certificering, bijscholing, doorgroeimogelijkheden en betere beloning.

“Zonder meester of juf zwemles, geen zwemdiploma’s.”

12. Verplicht gemeenten tot overleg met alle aanbieders

In veel gemeenten worden beslissingen genomen zonder overleg met alle zwemaanbieders. Dit leidt tot ongelijkheid en verlies van capaciteit. Verplicht overleg tussen gemeenten en álle erkende partijen zorgt voor beleid dat werkt.

“Wie niet luistert naar de zwemvloer, zal verdrinken in beleid.”

“Zwemveiligheid bereik je niet met mooie woorden of labels – maar met beschikbaarheid, kwaliteit en samenwerking. Geef elk kind een echte kans op overleven in het water.”