Het Nieuwe NSWZ Zwemdiploma: Voorbereiding op de Toekomst

Met een blik op de toekomst introduceert de Nederlandse Stichting Water- & Zwemvaardigheid (NSWZ) met trots de nieuwe standaard zwemvaardigheid diplomering 2024. Dit innovatieve programma heeft de eisen en vaardigheden voor zwemdiploma’s herzien, waarbij rekening is gehouden met de diverse behoeften en omstandigheden van de kinderen van vandaag. De NSWZ erkent dat elk kind uniek is en biedt daarom flexibele en inclusieve opties voor het behalen van zwemdiploma’s.

Het nieuwe NSWZ A en B diploma, gevolgd door een in ontwikkeling zijnd C diploma, zorgen ervoor dat elk kind adequaat wordt voorbereid op de waterrijke wereld waarin we leven. Kinderen die het nieuwe B diploma van de NSWZ behalen, zijn verzekerd van een grondige zwemvaardigheid die is afgestemd op de realiteit van de moderne tijd.

Wij bieden ook het oude klassieke NSWZ ABC diploma aan


We bieden zowel de nieuwe als de klassieke diplomalijn aan, zodat zwemscholen en zwembaden de beste keuze kunnen maken voor hun leerlingen. Deze keuzevrijheid, ondersteund door flexibele ranges, zorgt ervoor dat blokkades die het behalen van het zwemdiploma bemoeilijken, geminimaliseerd worden. De mogelijkheden liggen nu weer bij u, de zwemlesinstelling en zwemonderwijzer, om het beste te kiezen voor uw leerlingen waardoor zij op de best mogelijke manier hun zwemdiploma kunnen behalen.

 

Nieuwe Zwemvaardigheidsdiplomering 2024 Diploma A en B

1. Kledingeisen:

∙ Lange Zomerbroek

∙ T-Shirt met lange mouwen

∙ Sokken

∙ Schoenen / gympen (die niet kunnen drijven)

2. Gekleed zwemmen:

∙ Watertrappen gedurende 30 seconden, zowel met armen als benen

∙ 15 seconden in helphouding met behulp van een plankje of bal

∙ Uitvoering van een horizontale draai om de lengteas (krokodillendraai)

∙ Ten minste 25 meter zwemmen in schoolslag, onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ Zowel onder als over een mat zwemmen/klimmen

∙ Ten minste 25 meter zwemmen in enkelvoudige rugslag, onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

3. Te water gaan:

∙ Uitvoeren van een kopsprong (hoek valduik vanaf de kant in diep water)

∙ Uitvoeren van een voetsprong (potlood-/spijkersprong) met een draai van ½ om de lengteas.

∙ Uitvoeren van een hurksprong waarbij het hoofd geheel boven water moet blijven

∙ Koprol op of vanaf een mat (vooruit of achteruit, met een voorkeur voor achteruit).

4. Oriëntatie onder water:

∙ Uitvoeren van een kopsprong waarna minimaal 4 meter onderwaterzwemmen, gevolgd door een oriëntatieoefening. (Range: zwemmen door een verticaal hangend gat, door een hoepel zwemmen of een parcours onder water volgen en een pion aantikken.)

∙ Hoekduik uitvoeren zonder kleding, ook wel bekend als de “banaan”.

5. Zwemslagen:

∙ Ten minste 75 meter zwemmen in schoolslag onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ Minimaal 25 meter zwemmen in enkelvoudige rugslag onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ 12,5 meter borstcrawl zwemmen, te water gaan met een kopsprong of klaar hangen waarbij afzet vanaf de kant bij beide wordt geadviseerd. In het water dient minstens een keer een correcte ademhaling plaats te vinden. Een harde afzet wordt aangemoedigd en bij voorkeur met een startduik

∙ 12,5 meter rugcrawl zwemmen, klaar hangen waarbij afzet van de kant wordt aangeraden.

6. Drijven:

∙ 10 seconden drijven op de buik

∙ 10 seconden drijven op de rug

1. Kledingeisen:

∙ Lange Zomerbroek

∙ T-Shirt met lange mouwen

∙ Trui met lange mouwen

∙ Sokken

∙ Schoenen / gympen (die niet kunnen drijven)

2. Gekleed zwemmen:

∙ Watertrappen gedurende 60 seconden, ½ min: armen en benen & ½ min: alleen benen

∙ Ten minste 50 meter zwemmen in schoolslag, onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ Zowel onder als over een mat liggend in de lengte zwemmen

∙ Ten minste 50 meter zwemmen in enkelvoudige rugslag, onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ 30 seconden helphouding (Range: met plastic zak of regenlaarzen)

3. Te water gaan:

∙ Uitvoeren van een kopsprong (vanaf de kant in diep water

∙ Uitvoeren van een voetsprong (potlood-/spijkersprong) met een draai van ½ om de lengteas

∙ Uitvoeren van een hurksprong of schredesprong

∙ Koprol vooruit vanaf de kant in diep water

∙ Koprol voorwaarts in het water

4. Oriëntatie onder water:

∙ Uitvoeren van een kopsprong waarna minimaal 8 meter onderwaterzwemmen, gevolgd door een oriëntatieoefening. (Range: zwemmen door een verticaal hangend gat, door een hoepel zwemmen of een parcours onder water volgen en een pion aantikken.)

∙ Hoekduik uitvoeren zonder kleding, ook wel bekend als de “banaan”.

5. Zwemslagen:

∙ Ten minste 125 meter zwemmen in schoolslag onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ Minimaal 25 meter zwemmen in enkelvoudige rugslag of samengestelde rugslag onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten.)

∙ 25 meter borstcrawl zwemmen, te water gaan met een kopsprong (startduik). In het water dient een correcte ademhaling plaats te vinden.

∙ 12,5 meter rugcrawl zwemmen, een wedstrijdstart is optioneel.


 

Diploma eisen NSWZ

Met kleding Korte broek met zakken, t-shirt met korte mouwen en waterschoenen met harde zool.

1. Met een hurksprong te water gaan, gevolgd door 10 tellen watertrappelen, 12,5 meter schoolslag tijdens welke één keer een hele draai om de lengte-as en onder de mat door zwemmen.

2. Aansluitend 12,5 meter rugslag.

In badkleding

3. Met een kopsprong te water gaan en na 4 meter onderwater door een verticaal hangend gat zwemmen.

4. Met een voetsprong te water gaan, aansluitend 50 meter schoolslag, tijdens deze schoolslag voetwaarts naar de bodem zakken.

5. Achteruit van de kant springen, gevolgd door 50 meter rugslag zwemmen.

6. Vanaf de kant 8 meter borstcrawl met minimaal 1 keer ademhalen.

7. Vanaf de kant 8 meter rugcrawl.

8. Vanaf de kant op de buik afzetten en 10 seconden uitdrijven, 2 slagen zwemmen en 7 seconden drijven.

9. Vanaf de kant op de rug afzetten en 10 seconden uitdrijven, 2 slagen zwemmen en 10 seconden drijven.

10. 60 seconden watertrappen.

Alle oefeningen afronden met zelfstandig uit het water klimmen.

1. Kledingeisen:

∙ Lange Zomerbroek

∙ T-Shirt met lange mouwen

∙ Trui met lange mouwen

∙ Sokken

∙ Schoenen / gympen (die niet kunnen drijven)

2. Gekleed zwemmen:

∙ Watertrappen gedurende 60 seconden, ½ min: armen en benen & ½ min: alleen benen

∙ Ten minste 50 meter zwemmen in schoolslag, onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ Zowel onder als over een mat liggend in de lengte zwemmen

∙ Ten minste 50 meter zwemmen in enkelvoudige rugslag, onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ 30 seconden helphouding (Range: met plastic zak of regenlaarzen)

3. Te water gaan:

∙ Uitvoeren van een kopsprong (vanaf de kant in diep water

∙ Uitvoeren van een voetsprong (potlood-/spijkersprong) met een draai van ½ om de lengteas

∙ Uitvoeren van een hurksprong of schredesprong

∙ Koprol vooruit vanaf de kant in diep water

∙ Koprol voorwaarts in het water

4. Oriëntatie onder water:

∙ Uitvoeren van een kopsprong waarna minimaal 8 meter onderwaterzwemmen, gevolgd door een oriëntatieoefening. (Range: zwemmen door een verticaal hangend gat, door een hoepel zwemmen of een parcours onder water volgen en een pion aantikken.)

∙ Hoekduik uitvoeren zonder kleding, ook wel bekend als de “banaan”.

5. Zwemslagen:

∙ Ten minste 125 meter zwemmen in schoolslag onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten)

∙ Minimaal 25 meter zwemmen in enkelvoudige rugslag of samengestelde rugslag onafgebroken (Range: mits de situatie van de leerling of de locatie dit niet toelaten.)

∙ 25 meter borstcrawl zwemmen, te water gaan met een kopsprong (startduik). In het water dient een correcte ademhaling plaats te vinden.

∙ 12,5 meter rugcrawl zwemmen, een wedstrijdstart is optioneel.

Met kleding Lange broek met zakken, shirt met lange mouwen, waterschoenen met harde zool en een regenjas.

1. Met een hurksprong te water gaan, gevolgd door 20 tellen helphouding met een plastic zak, 50 meter schoolslag tijdens welke een hoekduik onder een grote mat door, op een grote mat klimmen en achterwaarts er afrollen en een hele draai om de lengte-as.

2. Met een voorwaartse koprol te water gaan, gevolgd door 50 meter rugslag. In badkleding

3. Met een kopsprong te water gaan en onderwater na 10 meter onderwater door een verticaal hangend gat zwemmen.

4. Gevolgd door 100 meter schoolslag tijdens welke éénmaal koprol voorwaarts, éénmaal voetwaarts naar de bodem zakken en éénmaal een hoekduik door een rechtopstaande hoepelduik.

5. Met een voetsprong te water gaan en onderwater een halve draai om de lengte-as, gevolgd door 100 meter rugslag zwemmen.

6. Vanaf de kant 15 meter borstcrawl met ademhaling.

7. Vanaf de kant 15 meter rugcrawl.

8. Met een koprol te water gaan en 10 seconden uitdrijven, 2 slagen zwemmen en 13 seconden drijven.

9. Vanaf de kant op de rug afzetten en 10 seconden uitdrijven, 2 slagen zwemmen en 20 seconden drijven.

10. 60 seconden watertrappen waarvan 30 seconden met armen en benen en 30 seconden met alleen de armen.

Alle oefeningen afronden met zelfstandig uit het water klimmen.

Kledingeisen Lange broek met zakken, shirt met lange mouwen, trui, sokken en waterschoenen.

1. Met een kopsprong te water gaan en (zonder boven te komen) na 9 meter door een verticaal gat zwemmen. Gevolgd door 50 meter schoolslag tijdens welke met een hoekduik naar de bodem zwemmen en door een rechtopstaande hoepel gaan. 1 keer op een mat klimmen en direct onder de mat doorduiken. Afsluitend 50 meter rugslag tijdens welke 1 keer gehurkt 360 graden draai.

2. Met een hurksprong te water gaan, schoenen en broek uittrekken en 30 seconden drijven met behulp van de broek.

Met badkleding

3. Vanaf de kant 125 meter schoolslag tijdens welke 2 keer een koprol voorwaarts, 2 keer een koprol achterwaarts en keerpunten maken.

4. 25 meter samengestelde rugslag.

5. Vanaf de kant 25 meter borstcrawl met ten minste 1 keerpunt.

6. Vanaf de kant 25 meter rugcrawl met ten minste 1 keerpunt.

7. Met een koprol te water gaan gevolgd door 8 meter vlinderslag.

8. Vanaf de kant 12,5 meter Japanse crawl.

9. Vanaf de kant 12,5 meter stuwen met het hoofd voorwaarts.

10. Vanaf de kant met een hurksprong te water, met een hoekduik de pop opduiken en 5 seconden laten zien.

11. Vanuit het water met een drenkeling de dubbele polsgreep uitvoeren en vervoeren 1 baan met stengel.

12. Vanaf de kant 12,5 meter polocrawl met bal waarna vanuit het water met medezwemmer 4 keer de bal overgooien.

13. 30 seconden egg-beaten tijdens welke 1 keer omhoog komen met de bal.

Alle oefeningen afronden met zelfstandig uit het water klimmen

Kledingeisen Lange broek, shirt met lange mouwen, trui, regenjas, sokken en waterschoenen.

1. Met een kopsprong te water gaan en (zonder boven te komen) na 9 meter door een verticaal gat zwemmen, blijvend onderwater 3 meter doorzwemmen en de pion aantikken. Gevolgd door 50 meter schoolslag, door 2 hoepels heen op +- 2 meter, 1 keer op een mat klimmen en direct onder de mat door duiken. Afsluitend 50 meter rugslag tijdens welke 1 keer gehurkt 360 graden en 1 keer een koprol achterover.

2. Met een hurksprong te water gaan, schoenen, broek en regenjas uittrekken en 60 seconden drijven met behulp van de regenjas.

Met badkleding

3. Met een kopsprong te water gaan, 150 meter schoolslag tijdens welke 2 keer een aaneengesloten koprol voor- en achterover en een keerpunt maken. Afsluitend 50 meter samengestelde rugslag.

4. Vanaf de kant 50 meter borstcrawl met keerpunten.

5. Vanaf de kant 50 meter rugcrawl met keerpunten.

6. Vanaf de kant 12,5 meter vlinderslag.

7. Vanaf de kant 12,5 meter matrozenslag.

8. Vanaf de kant 12,5 meter dubbele Spaanse rugslag.

9. Vanaf de kant 12,5 meter stuwen met de voeten voorwaarts.

10. Met een hurksprong te water gaan en na enkele schoolslagen met een hoekduik een pop opduiken. Gevolgd door de pop met een hoofdgreep 5 meter te vervoeren.

11. Vanuit het water met een drenkeling de voorwaartse omklemming uitvoeren.

12. Vanaf de kant met een bal 12,5 meter polocrawl, gevolgd door driemaal proberen te scoren op het doel.

13. 30 seconden egg-beaten tijdens welke drie keer omhoog komen met de bal.

Alle oefeningen afronden met zelfstandig uit het water klimmen.

Kledingeisen Lange broek, shirt met lange mouwen, trui, regenjas, sokken en regenlaarzen.

1. Met een kopsprong te water gaan, laarzen uittrekken en 60 seconden drijven met behulp van de laarzen.

2. Met een kopsprong te water gaan en (zonder boven te komen) na 9 meter door een verticaal hangend gat zwemmen, blijvend onderwater 6 meter doorzwemmen en de pion aantikken. Gevolgd door 50 meter schoolslag tijdens welke met een hoekduik naar de bodem zwemmen door enkele rechtopstaande hoepels en over een matklimmen, er onderdoor zwemmen en direct nogmaals onder een mat doorzwemmen. Afsluitend 50 meter rugslag tijdens welke2 keer een koprol achterover en 1 keer gehurkt 360 graden draai.

3. Met een hurksprong te water gaan en zwemmen richting de drenkeling, deze met behulp van een flexbeam aan de kant brengen.

Met badkleding

4. Met een kopsprong te water gaan. Gevolgd door 175 meter schoolslag tijdens welke 2 keer een aaneengesloten koprol voor- en achterover en keerpunten maken. Afsluitend 75 meter samengestelde rugslag.

5. Vanaf de kant 75 meter borstcrawl met keerpunten.

6. Vanaf de kant 75 meter rugcrawl met keerpunten.

7. Vanaf de kant 25 meter vlinderslag met keerpunten.

8. Vanaf de kant 12,5 meter Hongaarse slag.

9. Vanaf de kant 12,5 meter Sidestroke.

10. Vanaf de kant 12,5 meter stuwen met de voeten voorwaarts tijdens welke een keer gehurkt rechts- en linksom gedraaid moet worden.

11. Met een hurksprong te water gaan en na enkele slagen polocrawl met een hoekduik een pop opduiken. Gevolgd door de pop met de okselgreep 10 meter te vervoeren.

12. Vanuit het water met een drenkeling de achterwaartse omklemming uitvoeren en deze met dubbele polsgreep 5 meter vervoeren.

13. Vanaf de kant 25 meter polocrawl met een bal, uitsluitend met een draai tot rugligging en een worp.

14. Vanuit het water egg-beaten waarbij vijf keer omhoog geklommen moet worden met bal. Gevolgd door éénmaal de bal 10 meter werpen.

15. Vanuit het water met polocrawl 1 keer het doel aanvallen en 1 keer het doel verdedigen.

Alle oefeningen afronden met zelfstandig uit het water klimmen.